|
||||||||
|
Ibrahim Maalouf, geboren in Beiroet in 1980, is een Frans-Libanese trompettist die een carrière uitbouwde als jazzmuzikant (met Arabische invloeden) en een van de meest succesvolle muzikanten van Frankrijk werd. Naast het componeren van symfonische werken en soundtracks voor speelfilms, maakte hij een 12-tal albums waarvan 40 Melodies zijn recentste is - één melodie voor elk jaar van zijn leven. Samen met de Belgische gitarist François Delporte vond hij zijn oudere songs opnieuw uit, herwerkte ze en kleurde ze op een soberdere wijze in dan de originele versies. Ook van de partij op dit album (jazz met flamenco- en Balkan-invloeden) zijn Marcus Miller op bas, het Kronos Quartet en Sting op gitaar. Ibrahim Maaloufs trompet – met extra ventiel zodat hij ook kwarttonen uit Arabische muziek kan spelen, vergelijkbaar met de blue note in jazz – heeft een onvergelijkbaar mooie klank, doordrongen van een ontroerende melancholie die je helemaal in vervoering brengt en bijna meevoert naar een betere (droom)wereld. In C-mine werd hij begeleid door Delporte. Af en toe speelde Maalouf ook piano en zong hij ook. Daarbij is hij een vlotte verteller en een entertainer die graag contact legt met het publiek, maar door zijn vele toelichtingen bij de songs, anekdotes en grapjes haalde hij wel de intensiteit een beetje uit zijn concert. Voor mij niet gelaten, want op zijn beste momenten (en die waren talrijk) klonk hij onnoemelijk mooi. Hij begon zeer swingend, het enthousiasme spatte er vanaf. Hij vertelde dat hij er aan toe was om in een kleinere bezetting te spelen, na vele shows in grote zalen en met veel muzikanten op het podium. Daarna een nummer van Oum Kalsoum, de grootste zangeres in de Arabische wereld volgens hem, While I Was Waiting For You, prachtig melancholisch. En een song voor zijn dochter, Lily Will Soon Be a Woman , over hoe snel ze opgroeide en hij maakte daarbij grappig babygeluidjes met zijn trompet. Dans Les Forêts de Sibérie is een compositie voor een film, waarmee hij de emoties zo accuraat mogelijk wilde vertalen in de film-score. Muziek veranderde zijn leven veranderde en 'printte' echt op hem, zo drukte hij ons op het hart. En dat wil hij doorgeven aan zijn luisteraars. S3NS was een zeer dansbare song, een soort van flamenco-funk als het ware, met een subtiele Arabische inslag. Bijzonder mooi, net als de knappe gitaarsolo van gitarist Delporte op het einde van het nummer. Het hoogtepunt was het grootse en innemend mooie Beirut, een song over de stad waar hij geboren is maar die hij niet bezocht voor zijn dertiende, omdat zijn ouders de burgeroorlog ontvlucht hadden en zich in Frankrijk gevestigd hadden. In Genk breidde hij er nog een soort van Led Zeppelin-tribute aan, omdat dit de muziek was die hij op zijn walkman van zijn zus hoorde toen hij voor het eerst in Beiroet was. Muziek van Led Zeppelin dus die hij toen nog niet kende, maar hij later altijd met die dag in Beiroet associeerde. Happy Face was een eerbetoon aan een van de grootste jazzmuzikanten en trompettisten ooit, Louis Armstrong. Een meezingmoment voor het publiek dat aangespoord werd mee te neuriën en bijpassende 'Louis Armstrong geluidjes' te maken. Een bis zou en moest er komen, het publiek was eensgezind. En dat werd All I Can't Say van 40 memories waarbij de gitarist het strings-gedeelte voor zijn rekening nam. Het was een waar genoegen om te zien hoe goed deze twee muzikanten elkaar aanvulden en naar muzikale hoogten stuwden. Een concert met meeslepende melancholie. Gebracht met een knipoog door een opgewekte Maalouf en zijn compagnon. Schoonheid die rechtstreeks op je ziel print. Marc Vos
|